GEMAAKT VOOR EENVOUDIGER ONDERHOUD

Laat de motor enkele minuten uitgeschakeld staan voordat u het koelvloeistofniveau controleert. Het koelvloeistofniveau dient in koude toestand te worden gecontroleerd; het niveau van warme vloeistof is namelijk hoger. Controleer - vooral tijdens de herfst - ook het vriespunt. Tap het systeem af en vervang de koelvloeistof om het jaar. Vul het systeem nooit met water. Controleer of de ventilatieopening niet wordt geblokkeerd. U vindt de ventilatieopening onder de bovenste trekker, aan de linkerkant. Als er op die plek koelvloeistof weglekt, kan dat wijzen op lekkage van de pakking van de waterpomp. Bij nieuwe tractoren kan echter wat koelvloeistof uit de ventilatieopening weglekken totdat de pakking goed afgedicht is.

Zet de tractor op een vlakke ondergrond en laat deze enkele minuten stilstaan voordat u het olieniveau controleert. U vindt de oliepeilstok aan de linkerkant van de motor. Het correcte olieniveau ligt tussen de bovenste en onderste streepjes. Voeg eventueel olie bij. Controleer ook of er geen vloeistof lekt uit de motor, hydrauliek of transmissie.

Het niveau van de transmissieolie is heel gemakkelijk visueel te controleren dankzij het kijkglass aan de linkerkant van de aftakas. Laat de tractor vóór controle enkele minuten staan zodat de olie kan inzinken. U vindt het vulpijpje bij het bevestigingspunt van de topstang.

Maak de radiateur schoon met perslucht of met water. Gebruik geen hogedrukspuit. U kunt de radiateur ook voorzichtig reinigen met een zachte borstel; pas echter op dat u de cellen niet beschadigt. Afhankelijk van de uitvoering van de tractor openen radiateurs naar voren en zijwaarts. Als uw tractor is voorzien van airconditioning, vergeet dan niet om de airconditioningradiateur weer met twee schroeven vast te zetten.

Het niveau van de hydraulische vloeistof kan gemakkelijk worden gecontroleerd via het inspectievenster naast het trapje; elke keer dat u in of uit de cabine stapt, kunt u dat dus controleren. Vóór controle: fronthefinrichting heffen en frontlader plus achterste hefinrichting laten zakken, zodat de olie naar de tank kan terugstromen. Via het vulpijpje aan de achterkant van de tractor kunt u vloeistof toevoegen. In noodgevallen kan er ook vloeistof worden toegevoegd via het vulpijpje onder de treden van het trapje; pas in dat geval echter goed op dat er geen vuil in de vloeistof terechtkomt. Controleer ook het overloopreservoir voor de snelkoppelingen en laat dit, indien nodig, leeglopen.